Verborgen gebreken
Lachend zit je daar aan tafel met je moeder en nog twee andere vrouwen. Eén in de leeftijd van je moeder en één in dezelfde leeftijdscategorie als jijzelf; ik schat een jaar of 17. Je bent een knappe meid. Lang bruin steil haar, krullende wimpers, mooie witte tanden en een stralende lach. Je huid is zongebruind en je hebt een paar lange benen gehuld in een korte spijkerbroek. Menig man (of vrouw) zal je een aantrekkelijke meid vinden als ze je zien zitten. Dat weet ik zeker. Maar wat gebeurt er als je opstaat en begint te lopen? Ik zag je eerder het terras op komen samen met je moeder. Je lichaam ging nogal schokkerig op en neer. Toen je wat beter in mijn zicht kwam, zag ik dat je je ene been niet goed kan buigen, waardoor je met één van je voeten als het ware over de grond sleept. Ik verwachtte daarom een kruk, maar die heb je niet nodig. Je redt jezelf zo blijkbaar prima. Ik kan het niet laten om mezelf af te vragen wat er precies met je aan de hand is. Is dit een blessure? Is het een aangeboren afwijking? Of is dit ontstaan door een val of een ongeluk? Het antwoord op mijn vragen zal niet komen, zo lang ik niet naar je toe stap. En naar je toe stappen, dat durf ik (natuurlijk) niet. Het is namelijk not done om mensen met een ‘afwijking’ aan te staren, na te kijken of als anders te beschouwen. Dat lees of hoor ik tenminste vaak in interviews. Mensen willen niet als ‘speciaal’ behandeld worden en dat snap ik ergens ook. Toen ik vijf jaar geleden zelf tijdelijk in een rolstoel belandde, merkte ik maar al te goed hoe het is om aangestaard te worden. Tenminste…het voelde in elk geval alsof iedereen naar me keek. Alsof iedereen medelijden met me had. Terwijl ik alleen maar normaal wilde zijn. Ik had het daar dus moeilijk mee. Ik wilde geen aandacht vanwege medelijden, maar juist omdat ik ik ben. Toch heb ik bij het zien van mensen zoals jij veel vragen. Heeft iemand een litteken, loopt iemand met een arm in een mitella, of –in jouw geval- een slepend been, dan gaan bij mij meteen de radartjes draaien. Wat is daar gebeurt? Ik wil graag weten hoe het zit om me in te kunnen leven in iemands situatie. En toch vraag ik je niets en kijk ik alleen maar. Net als mensen dat vijf jaar geleden bij mij deden. Ik wil namelijk niet dat je denkt dat ik medelijden met je heb of dat er alleen maar iemand naar je toe komt omdat ik iets speciaals bij je constateer. Misschien heb je dat al vaak genoeg meegemaakt en ik wil je niet kwetsen. Ik verlaat het terras dus zonder je te benaderen.
Op de terugweg in de auto denk ik aan de Paralympische Spelen die straks beginnen. De Spelen waarbij atleten met een handicap zich net als de sporters tijdens de Olympische Spelen volledig geven om een topprestatie neer te zetten. Zijn deze mensen speciaal vanwege hun handicap? Zijn deze mensen bijzonder vanwege hun handicap? Heb ik er medelijden mee? Nee, absoluut niet. Ik zou ze juist willen zeggen hoe trots ik op ze ben. Niet vanwege hun handicap, maar gewoon omdat ze zijn wie ze zijn. Net als jij; bruinharige knappe meid. Wie weet lees je dit stukje nog eens en hopelijk vergeef je me dan die starende blik.
Nog geen reacties